Verschil tussen energielabel voor woningen en bedrijfsgebouwen

In Nederland geldt voor bijna ieder gebouw een energielabelplicht, maar er is een duidelijk verschil tussen het energielabel voor woningen en dat voor bedrijfspanden of utiliteitsgebouwen. De reden is simpel: woningen worden anders gebruikt en verwarmd dan kantoren, winkels of scholen. Daarom hanteert de overheid aparte regels en beoordelingsmethoden voor beide typen gebouwen.

Het energielabel geeft aan hoe energiezuinig een gebouw is, op basis van isolatie, installaties, verlichting en energieopwekking. Voor woningen loopt het label van A++++ (zeer energiezuinig) tot G (zeer onzuinig). Bij bedrijfspanden wordt gewerkt met dezelfde letters, maar de berekening is complexer, omdat er rekening wordt gehouden met zaken als koeling, ventilatie, bezettingsgraad en verlichting.

Zowel bij woningen als utiliteitsbouw is het label verplicht bij verkoop, verhuur of oplevering. Sinds 2023 is daar bovendien de verplichte label C-norm voor kantoren bijgekomen: kantoorpanden groter dan 100 m² moeten minimaal energielabel C hebben om in gebruik te mogen blijven. Bedrijven die niet aan deze eis voldoen, riskeren een boete of zelfs sluiting van het pand.

Het onderscheid tussen woon- en bedrijfslabels is dus niet alleen technisch, maar ook juridisch van groot belang.

Hoe het energielabel wordt bepaald bij woningen en bedrijven

De berekening van een energielabel gebeurt in beide gevallen op basis van de NTA 8800, de landelijke methode voor het vaststellen van energieprestaties. Toch verschilt de aanpak aanzienlijk tussen woningen en utiliteitsgebouwen.

Voor woningen kijkt de energieadviseur naar:

  • Isolatie van dak, muren, vloer en ramen;

  • Type verwarming (cv-ketel, warmtepomp, stadsverwarming);

  • Warmwatervoorziening;

  • Ventilatie en eventuele warmteterugwinning;

  • Zonnepanelen en zonneboilers.

Voor bedrijfspanden komen daar veel meer factoren bij, zoals:

  • Type verlichting (LED, TL of conventioneel);

  • Automatische klimaatregeling en luchtbehandeling;

  • Koelingssystemen;

  • Gebruik van duurzame energie;

  • Bedrijfsspecifieke installaties (bijv. horeca-apparatuur of koelcellen).

Omdat bedrijfspanden vaak complexer zijn, duurt een opname ook langer en zijn de kosten hoger. Een woninglabel kost gemiddeld tussen de €175 en €300, terwijl een label voor een kantoor of winkelruimte meestal tussen de €400 en €1.000 ligt, afhankelijk van de grootte en het type gebouw.

Zowel voor woningen als bedrijfsgebouwen geldt dat het label 10 jaar geldig is. Als er tussentijds aanpassingen worden gedaan (bijvoorbeeld isolatie of nieuwe installaties), is het slim om het label opnieuw te laten berekenen om de verbeterde energieprestatie officieel te laten vastleggen.

Label C-verplichting en de toekomst van zakelijke energielabels

Een belangrijk verschil tussen woningen en bedrijfspanden is de verplichte labelnorm voor kantoren. Sinds 1 januari 2023 moeten alle kantoren in Nederland minimaal energielabel C hebben. Heeft een kantoor een slechter label (D t/m G), dan mag het officieel niet meer als kantoor worden gebruikt. Deze verplichting komt voort uit de ambitie van de overheid om de CO₂-uitstoot van de gebouwde omgeving te verlagen.

De verwachting is dat deze regels de komende jaren verder worden aangescherpt. Rond 2030 zal waarschijnlijk een label A-verplichting gaan gelden voor utiliteitsgebouwen, zodat bedrijven worden gestimuleerd om te investeren in duurzame oplossingen zoals warmtepompen, ledverlichting en zonnepanelen.

Voor woningbezitters zijn er (nog) geen harde labelverplichtingen, maar het is duidelijk dat een goed label steeds belangrijker wordt. Kopers, huurders en hypotheekverstrekkers kijken actief naar energieprestaties. Woningen met een goed label zijn sneller verkocht, comfortabeler en waardevoller.

Of je nu een woning of een bedrijfspand bezit, het is belangrijk om te weten welke regels voor jou gelden. Een erkende adviseur van JM Energielabel kan je precies vertellen welk type label je nodig hebt, hoe het proces verloopt en welke maatregelen helpen om te voldoen aan de wettelijke eisen.

Zo voorkom je niet alleen boetes, maar draag je ook bij aan een duurzamere toekomst — en bespaar je flink op je energierekening.